De Wervelende Wereld van Roggestraat 44

Maxine de Jongh heeft het AARDLEK Eindejaarsconcert op 23 december 2018 vereeuwigt op een poëtische manier.

Maxine de Jongh (1993), studente Writing for Performance aan de HKU, is naast haar studie live dichter. Op evenementen voor Theater Utrecht, bij diners en lezingen schrijft ze ter plekke gedichten op haar typemachine en draagt deze aan het einde van de avond voor. Met deze vorm vereeuwigt ze een gebeurtenis op een poëtische manier. Zo ook tijdens het concert van orkest de ereprijs op 23 december 2018. Tijdens het concert schreef Maxine een tekst waarbij ze zich laat inspireren door de werken van het orkest.

 

Apeldoorn 23 december, 2018
Door Maxine de Jongh
DE WERVELENDE WERELD VAN ROGGESTRAAT 44

We drinken thee en kijken naar elkaars schoenen
Zij heeft haar concertschoenen aan met glanzende stippen
Ik heb simpele zwarte laarsjes aan maar concertvingers: ze trillen
Er wordt een blik met koekjes neergezet
De lekkerste koekjes die er zijn, zo lekker dat je geen koek meer hoeft te kopen in de super

We drinken onze thee op
Ons publiek komt binnen
Gaat in het donker zitten
Ik hoor ze, maar zie ze niet
Behalve Jeroen, die nog één maal naar zijn bladmuziek kijkt
In het publiek zit een ander met zijn knuffelbeer te wachten tot het gaat beginnen
De beer kan zijn benen niet stilhouden
Danst over de lijnen die aan parkeerplekken doen denken
De beer krijgt een eigen stoel
En mama krijgt nog een kus
De pianist twee duimpjes
Wil er iemand nog weg?
Te laat
De blazers blazen ons gehoorzaamheid toe
De stemmen worden zachter
Het laatste publiek wordt naar de stoelen begeleid
Zoals een slang als hij uit zijn mand omhoog beweegt

Het tl-licht toont ons de gezichten van ons publiek
De laatste lampen worden verschoven
Nog een duimpje
Er klinkt nog wat gelach tussen de instrumenten door
Zij tikt met haar vingers op haar lippen op het ritme van het slagwerk

We beginnen
Michel gaat afscheid van De Ereprijs nemen nadat hij samen met het orkest een wereld heeft gebouwd
La Création Du Monde begint als een klim op een berg waar de wind je bijna vanaf blaast
Waar je in een hoek van 45 graden loopt om staande naar de top te komen
Langs je heen vliegen de armen van Wim die doen denken aan de vleugels van de meest majesteitelijke zwanen
Je hebt de berg bereikt en de mensen
Waar je in de grote stad feestelijk wordt onthaald – dansend, rinkelend, swingend
De zwanen nog steeds aan je zijde

Als je ogen dicht doet zie je nog die spierwitte top voor je
Waar jij met de zwanen vliegen ging
Zwevend boven het uitgestrekte landschap waar er puntjes naar je zwaaiden
De zwanen die je gerust stelde
Je straks weer op de grond zou staan
Hun veren zacht als wolk
Je duwt er je gezicht tegen aan
Je voelt je een kuiken
Ik voel me een kuiken wiebelend op de melodie
Beneden in het dorp zie je zwiepende vlaggen
In allerlei kleuren
Ze dansen als lakens in de wind
Ze golven als haar lange blonde haren
Zij blazen meerdere tonen door elkaar heen
Die gaan met elkaar in gesprek
Heel ondeugend, hij flirt wat met haar – zij fluit wat naar hem
Ze komen samen en dansen een liefelijk duet
Stijgen op de lucht in
Draaien rond
Als de wereld
Ze worden de wereld
De bergtop, de lucht, de aarde
Het ontstaat allemaal
Door de klanken van De Ereprijs
Ze dansen en drinken erop
De paarden galopperen door het landschap Iedereen dansend in de lucht
Als één planeet
Daarna valt iedereen gelukkig in slaap
De dwarsfluit, de zangvogel door wie we gewekt willen worden

We worden wakker, uit een diepe slaap
Gewekt door zachte blazers die in onze oren neuriën
Zijn handen bewegen als bij keramiek
Wil je het zacht en soepel hebben dan moeten de handen de klei tot die vaas met slanke hals vormen
Er klinken klanken die doen denken aan het vallen van regendruppels op een plat oppervlak
De regen is ook aan het ontwaken – een paar druppels worden er meer
Een bui die ons melancholisch uit het raam laat staren
Maar tevens zorgt voor regendansjes
Kleine, die steeds opgewekter worden
De regen neemt toe
Een onvoorspelbare
STORM
Die waait
Die zoeft
De bomen uit de aarde trekt
Die daken wegtrekt
Die auto’s die niet op de rem staan laat rijden
De storm die transformeert tot een tornado die ver boven ons hangt
Die niet meer weet wat strelen is, of fluisteren
Die alleen nog maar kan razen
RAZEN
RAZEN
RAZEN

Tot hij verandert in een blauw cartoonesk figuurtje dat op avontuur gaat
Zich groot bij ons aankondigt en trots op de piano springt
Jouw vingers dansen over de piano als een vaardige ballerina in haar mooiste tutu
Zien jullie de wereld voor je die wij vandaag met z’n allen gehoord hebben?
Die van wandeling naar storm naar dans naar een triomfantelijke binnenkomst transformeerde
De vlinder van Apeldoorn die zich ontpopt op Roggestraat 44
In alle kleuren, in alle glinsteringen, die zorgt voor de mooiste reflecties, elke vorm van vreugde van een briljante toonladder tot een dansende beer of die mevrouw in het groen de glimlachend de muziek tot zich neemt
De ereprijs die ons laat dansen via onze oren tot binnen in onze puurste schittering

De Wervelende Wereld van Roggestraat 44

De Wervelende Wereld van Roggestraat 44

Maxine de Jongh heeft het AARDLEK Eindejaarsconcert op 23 december 2018 vereeuwigt op een poëtische manier.

Maxine de Jongh (1993), studente Writing for Performance aan de HKU, is naast haar studie live dichter. Op evenementen voor Theater Utrecht, bij diners en lezingen schrijft ze ter plekke gedichten op haar typemachine en draagt deze aan het einde van de avond voor. Met deze vorm vereeuwigt ze een gebeurtenis op een poëtische manier. Zo ook tijdens het concert van orkest de ereprijs op 23 december 2018. Tijdens het concert schreef Maxine een tekst waarbij ze zich laat inspireren door de werken van het orkest.

 

Apeldoorn 23 december, 2018
Door Maxine de Jongh
DE WERVELENDE WERELD VAN ROGGESTRAAT 44

We drinken thee en kijken naar elkaars schoenen
Zij heeft haar concertschoenen aan met glanzende stippen
Ik heb simpele zwarte laarsjes aan maar concertvingers: ze trillen
Er wordt een blik met koekjes neergezet
De lekkerste koekjes die er zijn, zo lekker dat je geen koek meer hoeft te kopen in de super

We drinken onze thee op
Ons publiek komt binnen
Gaat in het donker zitten
Ik hoor ze, maar zie ze niet
Behalve Jeroen, die nog één maal naar zijn bladmuziek kijkt
In het publiek zit een ander met zijn knuffelbeer te wachten tot het gaat beginnen
De beer kan zijn benen niet stilhouden
Danst over de lijnen die aan parkeerplekken doen denken
De beer krijgt een eigen stoel
En mama krijgt nog een kus
De pianist twee duimpjes
Wil er iemand nog weg?
Te laat
De blazers blazen ons gehoorzaamheid toe
De stemmen worden zachter
Het laatste publiek wordt naar de stoelen begeleid
Zoals een slang als hij uit zijn mand omhoog beweegt

Het tl-licht toont ons de gezichten van ons publiek
De laatste lampen worden verschoven
Nog een duimpje
Er klinkt nog wat gelach tussen de instrumenten door
Zij tikt met haar vingers op haar lippen op het ritme van het slagwerk

We beginnen
Michel gaat afscheid van De Ereprijs nemen nadat hij samen met het orkest een wereld heeft gebouwd
La Création Du Monde begint als een klim op een berg waar de wind je bijna vanaf blaast
Waar je in een hoek van 45 graden loopt om staande naar de top te komen
Langs je heen vliegen de armen van Wim die doen denken aan de vleugels van de meest majesteitelijke zwanen
Je hebt de berg bereikt en de mensen
Waar je in de grote stad feestelijk wordt onthaald – dansend, rinkelend, swingend
De zwanen nog steeds aan je zijde

Als je ogen dicht doet zie je nog die spierwitte top voor je
Waar jij met de zwanen vliegen ging
Zwevend boven het uitgestrekte landschap waar er puntjes naar je zwaaiden
De zwanen die je gerust stelde
Je straks weer op de grond zou staan
Hun veren zacht als wolk
Je duwt er je gezicht tegen aan
Je voelt je een kuiken
Ik voel me een kuiken wiebelend op de melodie
Beneden in het dorp zie je zwiepende vlaggen
In allerlei kleuren
Ze dansen als lakens in de wind
Ze golven als haar lange blonde haren
Zij blazen meerdere tonen door elkaar heen
Die gaan met elkaar in gesprek
Heel ondeugend, hij flirt wat met haar – zij fluit wat naar hem
Ze komen samen en dansen een liefelijk duet
Stijgen op de lucht in
Draaien rond
Als de wereld
Ze worden de wereld
De bergtop, de lucht, de aarde
Het ontstaat allemaal
Door de klanken van De Ereprijs
Ze dansen en drinken erop
De paarden galopperen door het landschap Iedereen dansend in de lucht
Als één planeet
Daarna valt iedereen gelukkig in slaap
De dwarsfluit, de zangvogel door wie we gewekt willen worden

We worden wakker, uit een diepe slaap
Gewekt door zachte blazers die in onze oren neuriën
Zijn handen bewegen als bij keramiek
Wil je het zacht en soepel hebben dan moeten de handen de klei tot die vaas met slanke hals vormen
Er klinken klanken die doen denken aan het vallen van regendruppels op een plat oppervlak
De regen is ook aan het ontwaken – een paar druppels worden er meer
Een bui die ons melancholisch uit het raam laat staren
Maar tevens zorgt voor regendansjes
Kleine, die steeds opgewekter worden
De regen neemt toe
Een onvoorspelbare
STORM
Die waait
Die zoeft
De bomen uit de aarde trekt
Die daken wegtrekt
Die auto’s die niet op de rem staan laat rijden
De storm die transformeert tot een tornado die ver boven ons hangt
Die niet meer weet wat strelen is, of fluisteren
Die alleen nog maar kan razen
RAZEN
RAZEN
RAZEN

Tot hij verandert in een blauw cartoonesk figuurtje dat op avontuur gaat
Zich groot bij ons aankondigt en trots op de piano springt
Jouw vingers dansen over de piano als een vaardige ballerina in haar mooiste tutu
Zien jullie de wereld voor je die wij vandaag met z’n allen gehoord hebben?
Die van wandeling naar storm naar dans naar een triomfantelijke binnenkomst transformeerde
De vlinder van Apeldoorn die zich ontpopt op Roggestraat 44
In alle kleuren, in alle glinsteringen, die zorgt voor de mooiste reflecties, elke vorm van vreugde van een briljante toonladder tot een dansende beer of die mevrouw in het groen de glimlachend de muziek tot zich neemt
De ereprijs die ons laat dansen via onze oren tot binnen in onze puurste schittering